Eeltsje Hettinga 12/01/2019

Westminster Bridge

Met een rode siamees op zijn schouder
loopt een man verloren over Westminster Bridge,
luistert onder de klokslag van de Big Ben
naar het volk dat zichzelf een keel opzet en
als in een stadionvak vol hooligans
de stad trakteert op een ver over de rivier
dragend Europe, Europe, bá-bá-bye.

Dit is het eiland dat zichzelf terugtrekt
op zijn eigen eiland, denkt de man die
in de Poolse pub op zijn beeldscherm ziet hoe
in de nacht fan de blinde vechtscheiding
een Ukip-heer met stiff upperlip en
gestrekte arm heel parmantig
een boksbeugel onder de rok van Europa ramt.

Er wordt gesproken over huizenhoge muren
en bikkelharde grenzen als waren het
hard bodies, – Britain rules the waves,
steek dus lek de boot van wie hier niet hoort,
bromt Joe Blow die werkeloos aan de toog
zijn whisky’s drinkt, of wordt het dan nooit,
nooit weer wat met dat oude koninkrijk van ons?

En het was in mijn droom dat een zeppelin
hoog boven Dover dreef, zei de man
met de siamees op zijn schouder, open sprong
het luik, tevoorschijn schoot een kruisraket,
met voorop, wild zwaaiend, een bulderende
bolhoed: O, come on baby, light my fire,
en laat het godganse Continent trillen.

Een man loopt verloren over Westminster Bridge,
leest bij een luid miauw de graffiti die
Brexit-Brexit blaft, en hoort hoe op Waterloo
de onderwereld aan zijn ketting rammelt.
In de kiosken kleuren de kalenders
voor het nieuwe jaar, en ondertussen trekt
een eiland zichzelf terug op zijn eigen eiland.

 

 

Vertaling: Elske Schotanus