Eeltsje Hettinga 24/10/2019

De Campus

Wat verloren ging, komt soms in andere
vormen en gestalten weer terug, zoals je hier
van tijd tot tijd de schimmen hoort van

boeren, schippers en ander handjebakkend
handelsvolk, een slaan – klèts – zoals
buiten de kletterende fontein Mercurius.

Soms ook, op zomerdagen als vandaag,
kun je vanaf het dak, waar een hardstenen klok
de hemel hamert, Franeker zien liggen.

Een laag dieper onder tijd zijn oplichtende
horizon zie je het schele oog van de koppige
godsvanger heer Maccovius, drinkend

in de Bogt fan Guné, met zijn zwager
Rembrandt en, pimpelend en dobbelend,
een zootje Hongaarse studenten om hen heen.

In andere vormen en andere gezichten
komt soms terug wat verloren ging:
dit land dat opnieuw een universiteit heeft,

nu, varend onder de Groninger vlag, met
haar naam in het Engels aan de gevel.
Waar de klok intussen andere talen en

andere tijden wijst, jankt verderop een hond
in de gangen van de Fryske Akademy.
Vol stemmen vandaag het zwerk boven

het Wilhelminaplein. In grand café Z
zegt het vier talen sprekende meisje
uit Boedapest: Zeker, studente ben ik, maar

zuster ook van oude vaganten, ai,
hoe wonderlijk zijn hier de wegen van
de Campus, en fabelhaft die Fabelstadt.

Vertaling: Elske Schotanus