Het was een van de onderwerpen in het lange gesprek dat ik half januari had met Sjoerd Bootsma, artistiek directeur van LF 2028. Hij was net terug van een reis naar Edinburgh, de stad die op grond van het Unesco-predicaat deel uitmaakt van een internationaal netwerk van steden waarin de uitwisseling van literatuur in de breedste zin van het woord centraal in staat.

 

Blokhuispoortgesprek
De poging van Leeuwarden om het Unesco-predicaat binnen te halen, is ongetwijfeld de moeite waard. Daar waren we het snel over eens. Ook bij het onderwerp over het inbedden van literatuur binnen verschillende disciplines, een manier van werken zoals ik die de afgelopen jaren heb toegepast in verschillende samenwerkingsverband met filmers en beeldende kunstenaars, zaten we op dezelfde golflengte.

Wil de Friese literatuur iets zijn, dan ligt er een zekere prioriteit bij een werken over de grenzen heen, zowel geografisch als interdisciplinair.

 

St. Louis Blues
In het Blokhuispoortgesprek kwam een lawine aan ideeën en inhoudelijke suggesties los. Mijn pleidooi daarbij? Geef zoveel mogelijk de ruimte aan de culturele en literaire diversiteit.

 

Concreet, haal bijvoorbeeld belangrijke hedendaagse dichters en schrijvers als Dean Bowen, Radna Fabians of Frank Keizer naar Fryslân, laat hen workshops geven, samen met Friese schrijvers, zet in samenwerking met een boekhandel als Van der Velde of de Dbieb enkele avonden op touw rond een literair tijdschrift als Samplekanon, etc.

Begeistere stapte ik die middag het café van de Blokhuispoort uit. De St. Louis Blues fluitend, fietste ik opgetogen naar huis.

Onderweg bedacht ik me dat bij het rijtje ideeën dat ik op tafel had gelegd ook een ‘writer in residence ‘- plek hoorde, met daarnaast een internationaal vertaallaboratorium, onder te brengen bij ‘de Folkshegeskoalle’ op Terschelling, bijvoorbeeld.

 

Visitekaartjes
Niet lang na het Blokhuispoortgesprek zonk me de moed in de schoenen. De poëzieweek van 31 januari tot 6 februari was in aantocht. In tegenstelling tot de stortvloed aan activiteiten van het CPNB (Stichting Collectieve Propaganda Nederlandse Boek) bleef het in Friesland zo goed als stil.

Het tijdschrift Ensafh. kwam met haar jaarlijkse gedichtenavond. Verder slechts de stilte van stenen. Van de kant van de Afûk, de instelling die door de Provincie betaald wordt voor de promotie van het Friese proza en de Friese poëzie, taal noch teken.

Als DfF heb ik voor die week een wintergedicht geschreven en om de bijdrage rond te maken een vertaalwedstrijd uitgeschreven. Wie levert de beste vertaling van het gedicht ‘De redens fan it wurd‘? De wedstrijd zelf loopt inmiddels als een tiet.

De uitslag ervan valt in de laatste week van de Friese Boekenmaand, een maand waarin de Friese literatuur, in het bijzonder de Friese prozaschrijvers – ja, meervoud – niet of nauwelijks een podium hebben gekregen.

Een dergelijke institutionele houding tegenover de Friese literatuur is bepaald niet het beste visitekaartje voor wie in aanmerking wil komen voor de Unesco-literatuurtitel, om het maar niet te hebben over het gebrek aan literaire en culturele diversiteit in Friese Boekenmaand, want die is niet alleen eenzijdig maar ook totaal wit.

Daar staat tegenover dat Lân fan Taal (LfT) vorig jaar redelijk succesvol is geweest, al moet gesteld dat de Friese literatuur  daarin relatief weinig exposure kreeg. Ook organisatorisch had LfT haar zaakjes niet altijd even goed op orde.


Hervorming
Een van de vragen zegt of Fryslân kwalitatief genoeg literaire infrastructuur heeft om de titel Unesco City of Literature in de wacht te slepen?

Niet alleen de basis is te smal – dus de productie van primaire en secundaire literatuur – ook het functioneren van taal – en literatuurinstellingen als de Afûk houdt niet over.

Dat is een gesloten, niet werkelijk transparant bolwerk. Het kent te weinig doorstroming.
Bovendien zitten sommigen binnen de instelling op zoveel stoelen dat de schijn van belangenverstrengeling nauwelijks is weg te nemen.

Kortom, wil een predicaat als dat van de Unesco succesvol zijn, dan is een hervorming van de Friese taal – en literatuurinstellingen essentieel. Dat vergt een diepgaande evaluatie.

 

Brutaal
Denkend aan de ambitie van Leeuwarden om de literatuur te internationaliseren schoot mij gisteren weer het Blokhuispoort-overleg te binnen. Daarin kwam ook het idee naar voren om bij het muziek – en literatuurfestival Explore the North aandacht te schenken aan het werk van de grote Surinaamse dichter Michaël Slory (1939-2018), ook vanwege oude literair-historische banden tussen Friesland en Suriname.

Het overleg zelf had een dermate groot enthousiasme dat op een gegeven moment bepaalde ondeugendheid in sloop. Want wat zou het fantastisch zijn om in het kader van een tribuut aan Slory, heel brutaal, ook Mitchell Esajas, antropoloog, voorzitter van de New Urban Collective en Slory-liefhebber, uit te nodigen?

 

Verbeelding en smoel
Literatuur behoort soms, ook in zijn programmering, brutaal te zijn, anarchistisch à la Karawane. Zonder festivals, instellingen en tijdschriften met verbeelding en smoel is Leeuwarden-Fryslân het predicaat ‘ Unesco City of Literature ‘ niet waard.


Michaël Slory (1939-2018)

" />

Opiniebijdrage Dichter van Fryslân: Leeuwarden Unesco City of Literature – Op weg naar 2028

04/03/2019

Leeuwarden stelt zich kandidaat voor de titel Unesco City of Literature. De Friese literatuur zou er enorm van kunnen profiteren. De vraag is of diezelfde literatuur voldoende basis en infrastructuur heeft voor het binnenhalen van zo’n prestigieuze titel. Op weg naar 2018, maar zonder hervorming van ‘het veld’ gaat het niet.


Het was een van de onderwerpen in het lange gesprek dat ik half januari had met Sjoerd Bootsma, artistiek directeur van LF 2028. Hij was net terug van een reis naar Edinburgh, de stad die op grond van het Unesco-predicaat deel uitmaakt van een internationaal netwerk van steden waarin de uitwisseling van literatuur in de breedste zin van het woord centraal in staat.

 

Blokhuispoortgesprek
De poging van Leeuwarden om het Unesco-predicaat binnen te halen, is ongetwijfeld de moeite waard. Daar waren we het snel over eens. Ook bij het onderwerp over het inbedden van literatuur binnen verschillende disciplines, een manier van werken zoals ik die de afgelopen jaren heb toegepast in verschillende samenwerkingsverband met filmers en beeldende kunstenaars, zaten we op dezelfde golflengte.

Wil de Friese literatuur iets zijn, dan ligt er een zekere prioriteit bij een werken over de grenzen heen, zowel geografisch als interdisciplinair.

 

St. Louis Blues
In het Blokhuispoortgesprek kwam een lawine aan ideeën en inhoudelijke suggesties los. Mijn pleidooi daarbij? Geef zoveel mogelijk de ruimte aan de culturele en literaire diversiteit.

 

Concreet, haal bijvoorbeeld belangrijke hedendaagse dichters en schrijvers als Dean Bowen, Radna Fabians of Frank Keizer naar Fryslân, laat hen workshops geven, samen met Friese schrijvers, zet in samenwerking met een boekhandel als Van der Velde of de Dbieb enkele avonden op touw rond een literair tijdschrift als Samplekanon, etc.

Begeistere stapte ik die middag het café van de Blokhuispoort uit. De St. Louis Blues fluitend, fietste ik opgetogen naar huis.

Onderweg bedacht ik me dat bij het rijtje ideeën dat ik op tafel had gelegd ook een ‘writer in residence ‘- plek hoorde, met daarnaast een internationaal vertaallaboratorium, onder te brengen bij ‘de Folkshegeskoalle’ op Terschelling, bijvoorbeeld.

 

Visitekaartjes
Niet lang na het Blokhuispoortgesprek zonk me de moed in de schoenen. De poëzieweek van 31 januari tot 6 februari was in aantocht. In tegenstelling tot de stortvloed aan activiteiten van het CPNB (Stichting Collectieve Propaganda Nederlandse Boek) bleef het in Friesland zo goed als stil.

Het tijdschrift Ensafh. kwam met haar jaarlijkse gedichtenavond. Verder slechts de stilte van stenen. Van de kant van de Afûk, de instelling die door de Provincie betaald wordt voor de promotie van het Friese proza en de Friese poëzie, taal noch teken.

Als DfF heb ik voor die week een wintergedicht geschreven en om de bijdrage rond te maken een vertaalwedstrijd uitgeschreven. Wie levert de beste vertaling van het gedicht ‘De redens fan it wurd‘? De wedstrijd zelf loopt inmiddels als een tiet.

De uitslag ervan valt in de laatste week van de Friese Boekenmaand, een maand waarin de Friese literatuur, in het bijzonder de Friese prozaschrijvers – ja, meervoud – niet of nauwelijks een podium hebben gekregen.

Een dergelijke institutionele houding tegenover de Friese literatuur is bepaald niet het beste visitekaartje voor wie in aanmerking wil komen voor de Unesco-literatuurtitel, om het maar niet te hebben over het gebrek aan literaire en culturele diversiteit in Friese Boekenmaand, want die is niet alleen eenzijdig maar ook totaal wit.

Daar staat tegenover dat Lân fan Taal (LfT) vorig jaar redelijk succesvol is geweest, al moet gesteld dat de Friese literatuur  daarin relatief weinig exposure kreeg. Ook organisatorisch had LfT haar zaakjes niet altijd even goed op orde.


Hervorming
Een van de vragen zegt of Fryslân kwalitatief genoeg literaire infrastructuur heeft om de titel Unesco City of Literature in de wacht te slepen?

Niet alleen de basis is te smal – dus de productie van primaire en secundaire literatuur – ook het functioneren van taal – en literatuurinstellingen als de Afûk houdt niet over.

Dat is een gesloten, niet werkelijk transparant bolwerk. Het kent te weinig doorstroming.
Bovendien zitten sommigen binnen de instelling op zoveel stoelen dat de schijn van belangenverstrengeling nauwelijks is weg te nemen.

Kortom, wil een predicaat als dat van de Unesco succesvol zijn, dan is een hervorming van de Friese taal – en literatuurinstellingen essentieel. Dat vergt een diepgaande evaluatie.

 

Brutaal
Denkend aan de ambitie van Leeuwarden om de literatuur te internationaliseren schoot mij gisteren weer het Blokhuispoort-overleg te binnen. Daarin kwam ook het idee naar voren om bij het muziek – en literatuurfestival Explore the North aandacht te schenken aan het werk van de grote Surinaamse dichter Michaël Slory (1939-2018), ook vanwege oude literair-historische banden tussen Friesland en Suriname.

Het overleg zelf had een dermate groot enthousiasme dat op een gegeven moment bepaalde ondeugendheid in sloop. Want wat zou het fantastisch zijn om in het kader van een tribuut aan Slory, heel brutaal, ook Mitchell Esajas, antropoloog, voorzitter van de New Urban Collective en Slory-liefhebber, uit te nodigen?

 

Verbeelding en smoel
Literatuur behoort soms, ook in zijn programmering, brutaal te zijn, anarchistisch à la Karawane. Zonder festivals, instellingen en tijdschriften met verbeelding en smoel is Leeuwarden-Fryslân het predicaat ‘ Unesco City of Literature ‘ niet waard.


Michaël Slory (1939-2018)

Arjan Hut nieuwe Dichter fan Fryslân: Minder wifi, mear poetry!

16/11/2023

Arjan Hut (Drachten, 1976) is vandaag op het Explore the North-festival in Leeuwarden door gedeputeerde Eke Folkerts officieel benoemd tot nieuwe Dichter fan Fryslân. De benoeming is voor twee jaar. Arjan Hut is de vierde Dichter fan Fryslân en de opvolger van Sigrid Kingma, die vandaag afscheid nam van haar functie als Dichter fan Fryslân.

Laatste gedicht Sigrid Kingma als Dichter van Fryslân

25/10/2023

‘Opnieuw’ is het laatste gedicht van Sigrid Kingma als Dichter van Fryslân. Vandaag ook te lezen in het Friesch Dagblad, de Leeuwarder Courant en op de website van Omrop Fryslân.