Eeltsje Hettinga 10/01/2018

Een verdwijnen

He disappeared in the dead of winter
W.H. Auden

 

 

Slechts labyrint zijn de dagen
een zoeken bij een verdwijnen
van hij die levend het leven zei,

een stem die het hart van heel
’t heelal liet tikken en trommen,
o, hoe alles klopte, uitgelaten,

helder en fel in het uur van
een jeugd, ofwel, a knock
knock knockin’ on heaven’s door.

In een zoeken bij een verdwijnen
loopt in de ruimten achter toren en
klok elk spoor dood en vast,

terwijl alle in sloppen en stegen
verkregen camerabeelden niets
anders zeggen dan: ‘Nee, nee, niet gezien,

nee, nee, niet gehoord, nee, nee,
’k weet van niets’, waar de stad
een spel van mist en schimmen is.

Louter labyrint de dagen
bij een verdwijnen in een zoeken
zonder eind, zoals alle vragen

zonder uitzicht zijn, blind als
deze nacht de nevel van winter,
rondwarend over kanalen en

bruggen en grachten en torens,
doof voor het woord dat het hart van
heel ’t heelal tik en trommen liet.

 

 

Vertaling: Elske Schotanus