Juryrapport

24/11/2017

De Provinsje Fryslân wil een impuls geven aan het besef van deze waarden en roept de functie Dichter van Fryslân in het leven. Zij vraagt van de kandidaten om het volgende: ‘De Dichter van Fryslân treedt op als poëtisch ambassadeur en draagt op een moderne en uitnodigende wijze zorg voor de poëtische presentatie van Fryslân, binnen en buiten de provincie. Bij voorkeur geïnspireerd op actuele gebeurtenissen of opvallende en bijzondere momenten die plaatsvinden in onze provincie of daartoe in relatie staan. De Dichter van Fryslân weet op een eigentijdse en toegankelijke manier actualiteit en sociaal-maatschappelijke thema’s te vangen in poëzie.’

De provinsje Fryslân voegt zich daarmee in een rijke geschiedenis. Poëzie is het ultieme genre voor een groep mensen of een stad of een natie om zich op cultureel vlak te profileren. Er bestaat een lange traditie van mecenassen of patronen die kunstenaars, protegés genoemd, financieel ondersteunden, zodat zij zich ongestoord aan hun scheppende werk konden wijden. De Romeinse Maecenas, naar wie het fenomeen vernoemd is, was bijvoorbeeld de sponsor van Vergilius die op zijn beurt de glorie van Rome in marmer beitelde door een directe lijn met de vermaarde status van het oude Troje in zijn Aeneis te trekken. Kijken we dichter bij huis, dan zien we in de Gouden Eeuw dat dichters als Joost van den Vondel en Jan Vos met elkaar wedijverden voor de gunsten van de Amsterdamse elite die nu eens de een verkoos om de pracht van deze parel in de Lage Landen te vereeuwigen, dan weer eens de ander. Deze dichters zijn medeverantwoordelijk voor de welhaast mythische status die Amsterdam nog steeds pretendeert te hebben als baken van vrijheid. In de eenentwintigste eeuw zien we een heropleving van deze verbintenissen tussen patroon en kunstenaar: Nederland kreeg een Dichter des Vaderlands en steeds meer steden, maar ook regio’s, dorpen en zelfs het Waddeneiland Texel roepen het ambt van een gelegenheidsdichter in het leven. Zo goed als iedereen krijgt eens of vaker in het leven te maken  met poëzie in de publieke ruimte, toonde de Utrechtse wetenschapper Kila van der Starre recentelijk aan, en stads-, regio- of dorpsdichters dragen daaraan bij.

En nu kunnen we een provinciedichter aan het rijtje toevoegen, een provinciedichter van Fryslân. Met de voorwaarden die de provinsje Fryslân opgesteld heeft, werden de dichters geconfronteerd die wilden meedingen naar deze functie. De juryleden moesten tot drie nominaties komen. Uit 36 inzendingen moesten drie genomineerden worden gekozen, een kwestie van objectieve gegevens en subjectieve beoordelingen, maar in het juryoverleg kwamen wel degelijk drie kandidaten naar voren waar alle juryleden zich in konden vinden.

De drie genomineerden werden door de jury in navolging van het reglement op de volgende zes criteria gewikt en gewogen door ieder jurylid afzonderlijk:

– dichterlijke kwaliteit;
– geschiktheid van de genomineerde als representant van poëzie in Fryslân;
– wijze van overdracht en binding met het publiek;
– motivatie om Dichter van Fryslân te worden;
– beschikbaarheid in de benoemingsperiode;
– ideeën van de genomineerde over promotionele activiteiten en het aanspreken van een nieuw publiek.

De tevens reglementaire puntentelling van 1 tot en met 3 voor elk van de zes criteria die elk jurylid aan de genomineerden toekende, leverde bij elkaar opgeteld een rangschikking op. Voor de uiteindelijk benoeming van de Dichter van Fryslân is ook de stem van het publiek meegewogen. Een week lang mocht het publiek een voorkeur kenbaar maken voor het favoriete gedicht. De uitslag van deze stemming telde in belangrijke mate mee in de benoeming van de Dichter van Fryslân: het winnende gedicht kreeg de helft van het aantal punten toegevoegd dat de jury aan de betreffende dichter had toegekend.

We weten hier allemaal wie de meeste punten heeft gekregen, maar laten we, om de climax tot het einde te bewaren, deze naam pas aan het einde uitspreken en de 3 door de jury genomineerden eerst eervol toelichten.

 

De eerste genomineerde: Sigrid Kingma
De jury was aangenaam getroffen door de kwaliteit van het gedicht van Sigrid Kingma. De mysterieuze Doede uit het gedicht die zich aandient om andere Doedes op te roepen of wakker te schudden, ja uit wat? Uit een onderdompeling in het internet, een sluimering die echt handelen in de maatschappij ondermijnt? Ervan uitgaande dat een ander die taak wel op zich zal nemen?

 

   soe de rop om Doede rikke

   boppe fluch ferkear fan kontintkreëarders

   tusken minder skrutele reagearders

   ut de cloud wei troch Miss Google oplêzen

 

Het gedicht spreekt op een geraffineerde wijze ook ons lezers aan, die kennelijk ook geen Doedes zijn.

 

   Hâldst de siken yn

   spatst stikelich op

   of wachtest oant in oar dat docht

   wa is dy idioat dy’t sa om Doedes ropt?

   hy sjocht dy ynkringend oan

   mar hy moat him fersinne

   du bist immers gjin Doede

 

Een confronterend gedicht, uiteindelijk, dat je na lezing met je mee blijft dragen, als medeverantwoordelijke voor het wegkijken van werkelijke problemen.

Sigrid Kingma schrijft in haar motivatie: ‘Ik weet de actualiteit goed te gebruiken, evenals moderne technologie die ik zowel als middel en als onderwerp gebruik.’ Zij is geen dichter die nostalgisch terugblikt en treurt om wat er allemaal verloren is gegaan. Een verfrissend hedendaagse insteek als thematiek voor de poëzie en inzet van het dichterschap maakt dat we haar een uitdagende stem vonden om Dichter fan Fryslân te worden.

 

De tweede genomineerde: Meindert Talma
Zijn gedicht zoekt de grens op van de poëzie, omdat het ook als liedtekst geschreven is. Zoals spoken word aanschurkt tegen voordrachtskunst en theater, en rap altijd met muziek samengaat, zo presenteert Meindert Talma zich zelfbewust als dichter en muzikant ineen.

In het ingezonden gedicht worden we verplaatst in het leven van acteur Peter Tuinman, die, om verder te komen als acteur, zijn heil buiten Friesland moest zoeken. Wat hij wil:

 

   Mij mjitte mei de bêsten. Op de bek gean. Keihurd bikkelje.

 

In dit gedicht toont de hoofdpersoon zich desondanks in hart en nieren een Fries, maar zonder opgelegde nostalgie. De blik schept er ruimte voor een beleven dat de grenzen van de eigen provincie overstijgt zonder de afkomst te verloochenen.

Prachtig is het om te lezen hoe Meindert Talma in een detail uit de carrière van Peter Tuinman de Friese afkomst van de acteur toont en mogelijke kritiek daarop superieur neutraliseert:

 

   Ik wist: ik bin Peter Tuinman en ik ha in Frysk aksint

   Sterker noch, doe’t ik as resjersjeur Ruard Talsma 

   mei die oan Unit 13, in tillevyzjesearje fan de Vara,

   sette ik eigenhannich in Frysk flachje op myn bureau.

   Wie ik ôf fan alle gepraat oer myn Fries wêzen, ja no?

 

Wie oog heeft voor zulke details en wie zo terloops een scène afsluit met ‘ja no?’ is een echte dichter. Juist omdat Talma teksten schrijft die niet strikt als poëzie bedoeld zijn, maar altijd ook als tekst voor een lied zijn geschreven, wil de jury graag benadrukken hoe onnadrukkelijk poëtisch de ingezonden tekst van Talma is. Bijna alle liedteksten vallen als poëzie door de mand. Romantische clichés of andere eendimensionaal beschreven emoties op rijm, die het in muziek vaak zo goed doen, treffen we bij Talma niet aan. Zijn teksten laten zich goed herlezen. Zijn toon is uniek nuchter en alledaags.

In zijn motivatie beloofde Meidert Talma ons maandelijks een gedicht te schrijven met een bekende of onbekende Fries in de hoofdrol die iets origineels te vertellen heeft over zijn of haar leven in de provincie, maar net als bij Tuinman waarschijnlijk ook gesitueerd in een ruimere wereld. De teksten zouden als spoken word en als lied maandelijks worden uitgevoerd in Leeuwarden en Groningen. Tevens zouden videoclips van de uitvoeringen op YouTube of op de site van de Dichter fan Fryslân geplaatst worden. De jury zag daar nu al naar uit, in de hoop dat ook samenwerkingsverbanden met andere dichters en muzikanten kans zouden maken binnen zijn plannen.

 

Derde genomineerde
Het gedicht dat de derde genomineerde inzond is volgens de jury een voorbeeld van een goed gedicht, het is rijk aan klank en vorm en inhoud zijn mooi in balans. Het beschrijft op een indringende elegische toon een existentieel gemis, de afwezigheid van een broer en een vader. Dat stemt wel weemoedig, maar er is zeker niet sprake van een nostalgisch terugverlangen naar een vroeger dat er niet meer is. Integendeel, de verlaten stad bij nacht waar het gedicht zich in afspeelt, en waar de dichter in zijn terugverlangen naar verwanten zich uiteindelijk geraffineerd mee identificeert, biedt hem uiteindelijk niets anders dan gebouwen zonder vensters en een heelal zonder tekens.

 

   Fan alle wei en wegen bin ik

   de ferlitten stêd, mei wenten en winkels en

   in gerjochtsgebou, sûnder finsters. 

 

Juist omdat het gedicht zo indringend een gemis beschrijft en een emotionele pas op de plaats verwoordt, met de zo goed als uitzichtloze slotregel ‘Njonken de Blokhúspoart stie ik as in muorre’, veerde de jury verrast op van de onstuimige en enthousiaste plannen die hij in de functie van Dichter fan Fryslân voorstelt.

‘Nei bûten ta, alle doarren iepen’ is wat hij voor de Friese literatuur voor ogen heeft. Uitwisselingen bewerkstelligen en de dialoog aangaan met schrijvers en dichters die afkomstig zijn uit andere culturen en taalgebieden. En ook de koppeling van poëzie aan andere disciplines ziet hij voor zich. Als in een wervelwind laat hij in zijn begeleidend schrijven allerlei proefballonnen opstijgen om de belangstelling voor de Friese poëzie aan te wakkeren.

Verder pleit hij voor debat tussen dichters en schrijvers uit verschillende taalgemeenschappen, het opzetten van poëziemanifestaties, al dan niet in samenwerking met andere festivals en op verschillende locaties, het schrijven van een essay over de ontwikkeling van de Fries poëzie in de laatste tien jaar, het vervaardigen van een meertalige bloemlezing met Friese poëzie en het uitbreiden van de website ‘Dichter fan Fryslân’.

Al zou maar een deel van de plannen verwezenlijkt worden, dan nog kunnen we een enerverende periode met deze Dichter fan Fryslân tegemoet zien.

Naast zijn rol als aanjager en animator van de poëzie zien we in eerste instantie natuurlijk met nieuwsgierigheid uit naar de minimaal zes gedichten per jaar die hij zal schrijven naar aanleiding van opvallende gebeurtenissen in of voor de provincie. Hij beseft zijn rol als Dichter van Fryslân terdege, als hij in zijn begeleidende schrijven kenbaar maakt dat de dichter in deze rol ‘sawol oerwei kin mei it skriuwen fan persoanlik en engazjearre gedichten as mei mear autonoom rjochte poëzij.’ Een dichter die beide mogelijkheden van de poëzie met elkaar in verband brengt, doet de jury met vertrouwen uitzien naar de gedichten hij in zijn rol van eerste Dichter van Fryslân zal maken.

Met het gedicht ‘Under de steden’, is tot eerste Dichter van Fryslân verkozen, Eeltsje Hettinga!

Namens de juryleden, Obe Alkema, Peter van Lier en Tamara Schoppert, van harte geliciteerd, Eeltsje, met deze benoeming en Fryslân mei har earste Dichter fan Fryslân!

 

 

Dit juryrapport is geschreven door Peter van Lier, Obe Alkema en Tamara Schoppert(november 2017) en in de Gorterkerk in Balk, op 24 november tijdens de benoeming van Eeltsje Hettinga tot Dichter fan Fryslân door Sytske Poepjes, gedeputeerde van Cultuur van de Provincie Fryslân, namens de jury  door Tamara Schoppert voorgelezen.

Nieuw gedicht Dichter van Fryslân

04/04/2024

‘Minder wifi, meer poëzie’ is het nieuwste gedicht van Arjan Hut als Dichter van Fryslân. Vandaag ook te lezen in het Friesch Dagblad, de Leeuwarder Courant en op de website van Omrop Fryslân.

Arjan Hut nieuwe Dichter fan Fryslân: Minder wifi, mear poetry!

16/11/2023

Arjan Hut (Drachten, 1976) is vandaag op het Explore the North-festival in Leeuwarden door gedeputeerde Eke Folkerts officieel benoemd tot nieuwe Dichter fan Fryslân. De benoeming is voor twee jaar. Arjan Hut is de vierde Dichter fan Fryslân en de opvolger van Sigrid Kingma, die vandaag afscheid nam van haar functie als Dichter fan Fryslân.